Skip to content

De terugkeer naar huis vanuit het ziekenhuis is fijn en spannend tegelijk. Fijn, omdat je na lange tijd weer terug bent in je vertrouwde omgeving. Spannend, omdat er ook veel nieuwe dingen op je afkomen. Je moet misschien zelf de verbanden gaan verwisselen (of van je partner of kind). En hoe zullen de mensen uit je directe omgeving reageren? Zo zijn er meer dingen die spelen als je net thuis bent. Een aantal hebben we hieronder op een rijtje gezet. Gelukkig word je daar door de verpleegkundigen in het ziekenhuis meestal goed op voorbereid en kun je ze altijd om advies vragen.

Verband wisselen

De mogelijkheden om de wondverzorging thuis uit te voeren worden altijd met de partner/ouders overlegd. Vaak zijn zij in het ziekenhuis een paar keer bij de verbandwisselingen aanwezig geweest of hebben ze zelf leren verbinden. Als de partner of ouders niet in staat zijn om de verbandwisselingen te doen, wordt de wijkverpleegkundige ingeschakeld. Je gaat pas naar huis als de behandelaars en jij zelf ervan overtuigd zijn, dat je ontslag verantwoord is.

De ervaring leert dat het verbinden van de wonden door de ouders of partner goede resultaten geeft. Een bijkomend voordeel is dat ouders of je partner wennen aan de littekens.

Je kunt de oude verbanden tijdens het douchen of baden verwijderen. Je mag je op de gebruikelijke wijze wassen, waarbij het voor de wonden niet schadelijk is als ze met zeep of shampoo in contact komen. Mede omdat wonden na het wassen vaak met antibacteriële crèmes of zalven worden behandeld, is de kans op een wondinfectie door douchen of baden nihil.

Behandeling restwondjes

In de eerste periode dat je thuis bent, ga je regelmatig naar de brandwondenpolikliniek. De arts en verpleegkundige kunnen zo de genezing van restwondjes en de ontwikkeling van de littekenhuid volgen. Als de wijkverpleegkundige de wonden verzorgt of de huisarts een rol speelt bij de wondbehandeling, wordt een advies voor de verdere wondbehandeling aan de patiënt meegegeven. Deze (thuis)behandelaars kunnen ook altijd bellen met het brandwondencentrum als ze vragen hebben.

Blaren

Omdat pas genezen huid kwetsbaar is en de hechting tussen de verschillende huidlagen nog beperkt is, kunnen kleine blaren gemakkelijk ontstaan. De blaren ontstaan vooral aan de benen en voeten. Meestal kun je de blaren met een steriel naaldje doorprikken, waarna je de blaarkap weer op de wond teruglegt. Dit beschermt de onderliggende huid. Soms kun je de blaarkap niet meer terugleggen. Dan kun je de wond met een stukje niet-verklevend gaas bedekken om te voorkomen dat drukverbanden of drukkleding aan de wondjes plakken. De blaren drogen vaak spontaan in en kunnen verzorgd worden met betadinezalf. Raadpleeg in alle gevallen vooraf je huisarts.

Jeuk

Na een oppervlakkige verbranding zijn klachten over jeuk meestal gering, maar kunnen bij diepere brandwonden een ernstige bron van jeuk zijn. Kinderen kunnen er vooral ’s nachts zo’n last van hebben dat het hele gezin erdoor ontregeld wordt. De huisarts kan hiervoor medicijnen voorschrijven (vaak antihistaminica) die de jeuk onderdrukken.
Voor meer informatie over jeuk, klik hier.

Pijn

De genezing van brandwonden en huidtransplantaties in het algemeen kunnen soms ook pijn veroorzaken. De meeste patiënten zijn gebaat bij paracetamol, zelden is een sterker werkend middel nodig. Hevige pijn kan ook een uiting van angst zijn. Goede psychische begeleiding kan dan ook helpen.

Littekenvorming

Tweedegraads brandwonden genezen bij kinderen meestal binnen 10 dagen en bij volwassenen binnen 14 dagen. Veelal genezen ze dan zonder littekens. Tweedegraads brandwonden die meer tijd nodig hebben om te genezen, gaan vaak wel gepaard met littekenvorming. Derdegraads brandwonden en diepe tweedegraads brandwonden die getransplanteerd zijn, gaan altijd gepaard met littekenvorming. De vorming van littekens is afhankelijk van je leeftijd, individuele aanleg en huidskleur. Littekenvorming is een normaal reparatieproces van de huid.

Op de plek waar het huidtransplantaat is afgenomen, kan zich ook een litteken vormen. Meestal zie je daar op den duur alleen een geringe verandering van de structuur van de huid of van de kleur.

Littekens nemen de eerste 4 maanden meestal toe in ernst. Ze worden roder, stugger, dikker en bobbeliger. Na de eerste periode van verslechtering, verbeteren de littekens aanzienlijk. De littekens worden dan beter van kleur, soepeler, vlakker en minder bobbelig. Deze verbetering verloopt de eerste anderhalf jaar snel, waarna de verbetering zich traag voortzet.

Vaak is er sprake van littekenhypertrofie. Dit wil zeggen dat er eigenlijk te veel littekenweefsel wordt aangemaakt. Het litteken wordt dan extra dik en steekt boven de andere huid uit.

Drukkleding

Littekenhypertrofie (dikke littekens) kan goed behandeld worden met behulp van druk. Dit gebeurt door speciaal aangemeten kleding van elastisch materiaal (drukkleding). Voor een optimaal resultaat moet deze kleding bijna 24 uur per dag gedragen worden. Drukkleding wordt pas voorgeschreven als de huid voldoende sterk is, anders kan de huid mogelijk weer beschadigen. Door de druk neemt het reliëf van de littekens wat af. In je gezicht wordt vaak met een ‘drukmasker’ gewerkt. Littekens kunnen ook worden behandeld met siliconenpleisters of siliconengel. Dit wordt aangebracht op plekken waar drukkleding moeilijk is. Deze behandeling wordt vaak in combinatie met drukkleding gebruikt.

Strengen en contracturen

Littekens over of in de buurt van gewrichten en ter plaatse van andere beweeglijke delen van de huid, zoals de mond en oogleden, kunnen de functie ervan verstoren. Als je veel last van die beperkingen hebt kan een hersteloperatie nodig zijn. Er wordt dan meestal een stukje extra huid (via een transplantatie) aangebracht zodat de spanning op de huid minder wordt. De ervaring leert dat meestal de volledige functie van je gewricht kan terugkeren. Let dus goed op: als je merkt dat je beperkt wordt in je bewegen door je littekens, maak dan een afspraak op de brandwondenpoli.

Littekenstrengen worden gevormd onder invloed van spanning op een litteken. Hoe groter de spanning op het litteken wordt, des te sterker wordt de streng. Dus ga nooit proberen om je strengen op te rekken, dat werkt averechts. Wees dus ook voorzichtig met trainen of fysiotherapie. Fysiotherapie is gericht op het in conditie houden van je spieren en gewrichten. Niet op het oprekken van je huid.

Herstel vraagt energie

Herstel na brandwonden of huidtransplantaties vraagt veel energie van het lichaam. Daardoor ben je, wanneer je thuiskomt, sneller vermoeid. Zorg dat je blijft werken aan je conditie. En eis in het begin niet teveel van jezelf. Realiseer je dat je niet meteen alles weer kan. Ook niet in je werk of op school. Neem de tijd om te herstellen.

Contact met anderen

Contact met anderen
Wellicht vind je het spannend om weer in contact te komen met je vrienden, familie, je klasgenoten of collega’s. Je uiterlijk is mogelijk veranderd en je weet niet hoe zij daarop zullen reageren. Krijg je lastige vragen? Of zullen ze net doen alsof het er niet is? Wellicht schaam je je? Kortom, opnieuw in contact komen kan best moeilijk zijn. En dat is heel normaal. Maar wat doe je ermee?

In de meeste gevallen is het het beste om te doen wat je voor je ongeluk ook deed. Ga niks vermijden. Ga erop af. Stel je open op en vertel wat er is gebeurd. Vertel ook wat jij spannend of vervelend vindt. Als jij je open opstelt, dan leert de ervaring dat anderen dat ook doen.

Veel mensen die geconfronteerd worden met mensen met ernstige littekens weten vaak niet wat ze moeten zeggen. Ze voelen zich ongemakkelijk. Als jij je open opstelt en het ijs breekt, help je hen daarmee. Niets staat normaal contact in de weg. We zeggen niet dat het makkelijk is, maar het is wel de beste manier.

Als je het toch moeilijk vindt en misschien zelfs contact gaat vermijden, weet dan dat er altijd hulp is, want daar is de Vereniging mensen met brandwonden voor. Velen van ons hebben hetzelfde pad belopen en kunnen jou helpen obstakels te overwinnen.

Back To Top