Yvonne Haartsen vertelt over haarzelf en haar ervaring met de online Brandwondenweek

Afgelopen jaar zou ik voor de tweede keer aanwezig zijn bij de Brandwondendag. Ik heb sinds 2018 aan een aantal activiteiten deelgenomen en hoopte dit jaar wat meer bekende gezichten te zien. Helaas moest ook de Vereniging van Mensen met Brand­wonden en NF dit jaar haar activiteiten online aanbieden. Dit heeft genoeg nadelen, maar ook voordelen; in plaats van één intensieve Brandwondendag kwam er een hele Brandwondenweek! Inmiddels heb ik vier keer een zoom-sessie bijgewoond: de opening van de Brandwonden- week, de portretschilderactiviteit, de gespreksgroep en afgelopen voorjaar nog de Scarchallengereünie.

Brandwonden uit beeld

Een activiteit online is anders. Je kunt bij wijze van spreken gewoon in je pyjama achter het scherm gaan zitten, zolang je webcam maar uitstaat. Ik betrap mezelf erop dat dit steeds vaker gebeurt tijdens de eerste werkvergadering van de dag. Zonder beeld voelt een Zoomsessie echter erg afstandelijk.Je camera wél aanzetten, voelt als het andere uiter­ste. Je geeft de anderen een blik in je privésfeer, de plek waar jij je het meest thuis voelt. En zelf kijk je mee in de huiskamers of de huishoudens van anderen. Via Zoom over brandwonden praten geeft me best een veilig gevoel. Maar begrijp me niet verkeerd. Ik zal altijd een live-sessie verkiezen boven online. Zoomen kan niet op tegen de connectie en dynamiek die je in een live gespreksgroep hebt.

De blusdeken
Tijdens de Zoom-gespreksgroep stelde ik me voor: ‘Hoi ik ben Yvonne, 28 jaar. In 2017 kwam ik te dicht bij het fornuis, mijn jurk vloog in brand. Ik belandde voor twee weken in het Brandwondencentrum in Rotterdam met brandwonden aan de zijkanten van mijn buik.’ Dat zijn inderdaad in het kort de feiten. Zelf weet ik nog precies wat er die avond gebeurde en wat er in mijn hoofd omging.
In eerste instantie was dat vooral ongeloof. Ik had ooit een BHV-cursus gedaan en in mijn studentenhuis was er weleens iemand met een brandend schort naar me toe gelopen. Maar je eigen kleding in brand? Dat vond mijn brein moeilijk te bevatten. Het vuur, ter grootte van een voetbal, breidde zich heel snel uit naar de zijkanten van mijn lichaam. In een seconde ging ik een paar opties af: water pakken, over de grond rollen, jurk uittrekken. Het voelde heel naar om te bewegen terwijl die rok in brand stond. Ik deed een stap de gang op en riep mijn huisgenootje. Zij kwam geschrokken de keuken in. Ze riep: ‘Wat wil je dat ik doe?’Ik zei: ‘Snel, pak de blusdeken.’Ze probeerde de deken aan de andere kant van de keuken uit de verpakking te krijgen. Ondertussen stond ik achterover gebogen met mijn armen wijd. Seconden kropen voor­bij. Ik zag vlammen voor mijn gezicht en de adrenaline gierde door mijn lijf. ‘Snel, snel, snel!’ Toen mijn huisgenootje de deken uit de verpakking had, pakte ik het over, drukte het op mijn buik en ging er op liggen.

Er ging een immense golf van opluchting door me heen. Alles leek oprecht even stil te staan. Daarna trok ik heel snel de resten van de jurk uit en sprong onder de douche. Niet handig, want alles zat een beetje vastgeplakt. Ik zei tegen mijn huisgenootje dat ze maar de huisarts moest bellen. Dat werd de spoedeisende hulp. Die stuurden een ambulance. Ik was inmiddels al zo’n 10 minuten aan het koelen. De adrenaline maakte langzaam plaats voor pijn en er ontstonden dikke blaren op mijn buik. Sommige stuk­ken huid leken een beetje leerachtig. Ik was opge­lucht toen ik in de verte een sirene hoorde. De pijn werd steeds erger en ik kon zelf moeilijk beoordelen hoe serieus mijn situatie was.

Perspectief
Nu, 3,5 jaar later, is dat nog steeds het dilemma wat mij het meest bezighoudt. Aan de ene kant heb ik het gevoel dat ik iets heel heftigs heb meegemaakt en dat ik dit een aanzienlijke plek in mijn leven mag geven. Aan de andere kant heb ik het gevoel, dat ik me niet moet aanstellen. Mijn littekens zijn relatief klein en belemmeren me niet. In mijn dagelijks leven zijn ze niet eens te zien! Het brengt veel onzekerheid met zich mee en het zorgt ervoor dat ik het weinig ter sprake breng.

Gelukkig zijn er geen littekencriteria bij de Vereniging van Mensen met Brandwonden (en NF). Er zijn veel mensen en verhalen, iedereen gaat op zijn eigen manier met littekens om. Ik heb me altijd erg welkom gevoeld en veel leuke gesprekken gehad. Ook afge­lopen jaar ‘op afstand’.

Online sessies
De online Brandwondenweek was goed geregeld; er was nagedacht over het gebruik van de break-out rooms en ik kreeg van tevoren een pakketje verf voor de workshop portretschilderen. Ik moest wel wennen aan de leeftijdmix die er was. Tijdens de schilderwork­shop probeerden zo’n 15 kinderen tegelijkertijd de aandacht van de geduldige tekenjuf te trekken. Niet dat ik een hekel heb aan kinderen; ik kom ze gewoon nooit tegen in mijn dagelijks leven. Die avond voelde het dus even alsof ik weer in groep zeven zat.

Ik heb ook andere sessies gevolgd waaronder de opening, die keurig op anderhalve meter afstand werd gepresenteerd, en de gespreksgroep. Vooral bij die laatste had ik veel baat. Luisteren naar de heftige verhalen van anderen en daarnaast je eigen onzeker­heden bespreken kost veel energie. Maar uiteindelijk gaf het me ook weer goede moed om het ‘brand­wondenonderwerp’ in mijn eigen omgeving aan te snijden. Zo heb ik in een bestuursvergadering na de Brandwondenweek mijn bestuursgenootjes eindelijk over mijn brandwonden verteld. Via een veilige online meeting, dat dan weer wel.

Door Yvonne Haartsen