Als je valt, moet je opstaan en verdergaan

Hoe je je leven weer oppakt na het oplopen van brandwonden, verschilt per persoon. De meesten komen er gelukkig goed doorheen. Dat geldt zeker voor Piet Groenhuijzen,
die ernstige brandwonden opliep en daarbij tevens zijn huis en bedrijfsruimte kwijtraakte.

Hoe je je leven weer oppakt na het oplopen van brandwonden, verschilt per persoon. De meesten komen er gelukkig goed doorheen. Dat geldt zeker voor Piet Groenhuijzen,  die ernstige brandwonden opliep en daarbij tevens zijn huis en bedrijfsruimte kwijtraakte.

Een grote klap

Eind 2013 was Piet net een garagebedrijf begonnen in Giessenburg. Hij zou het appartement boven zijn bedrijf betrekken en verbleef in de tussentijd bij zijn vriendin in Dordrecht.
“Ik had wat spullen in de schuur van een kennis van me in Nieuw-Lekkerland gezet. Op 9 november was ik ’s avonds mijn mobiele telefoon kwijt en wilde toch even kijken waar deze was. Hij zou wel in het dressoir zitten, dat in de schuur stond. De kennis was op dat moment niet thuis, maar zijn schuur stond open. Toen ik daar binnenkwam, rook ik wat benzine. Nu sleutel ik zelf al vanaf mijn 12e jaar aan auto’s, dus die geur was mij niet vreemd. Toen ik het licht aandeed, volgde er echter een grote klap en stond alles in de fik. Ik kwam eruit, zag mezelf lopen als een brandende fakkel en ben direct in een vijver gesprongen. Mijn zoon woonde meer dan twee kilometer verderop, dus daar ben ik in paniek naartoe gereden.”

Helaas was Piets zoon niet thuis en was Piets gezicht inmiddels zo opgezwollen dat hij het hele eind terug moest lopen. Gelukkig was zijn kennis inmiddels weer terug; die bracht hem naar het ziekenhuis in Dordrecht waar men hem direct per ambulance doorstuurde naar het brandwondencentrum in Rotterdam.

In het brandwondencentrum

In Rotterdam hielden ze Piet bijna een maand in coma. Hij was meer dan veertig procent verbrand, kreeg infecties en onderging huidtransplantaties van zijn buik naar zijn benen, handen en hoofd. Op 4 december werd Piet wakker gemaakt.
“Ik woog toen nog maar 72 kilo, had geen polsen, schouders of armen meer over en kon mijn benen niet meer bewegen.“

Aan de rest van zijn verblijf in Rotterdam heeft Piet goede en minder goede herinneringen.

“Het verband moest steeds verschoond worden en dat was pijnlijk. Maar nadat ze me nogmaals ope­reerden begon het lekker op te knappen. Het is echt heel netjes geworden. Ook ben ik de verpleging heel dankbaar. Ze vangen je op in een periode dat je heel kwetsbaar bent. Ik heb wel de nodige traantjes gelaten. En toen kwam verpleegkundige Jos op oude­jaarsavond met twee glaasjes drank en een schaaltje oliebollen binnen. Ook lag ik op een zeker moment in bad voor de verbandwissel, toen een andere verpleeg­kundige vroeg: ‘Vind je het leuk om een cd’tje aan te hebben?’ Ik houd wel van muziek. Dus zette zij een cd op en op een zeker moment kwam het liedje ‘Burn, baby burn’ voorbij. Ik moest lachen: ‘Dat is wel toepasselijk hier, hè?’”
Je moet de plek in je leven weer opeisen,
daar moet je aan werken.

Opnieuw beginnen

Drie maanden na het ongeluk verhuisde Piet van het brandwondencentrum naar het naastgelegen zorghotel om nog eens drie maanden aan te sterken. Hij was door de brand zijn autogarage en zijn appartement erboven kwijtgeraakt. In het ziekenhuis regelden ze een vijftig-plusflat voor hem. Piet vond een baan als timmerman en kluste ’s avonds en in het weekend weer aan auto’s. Binnen twee jaar verhuisde hij naar een grotere woning en had hij een eigen bedrijf.
“Ik heb mijn leven weer aardig opgebouwd. Vorig jaar kocht ik een dijkwoning. Die heb ik van boven tot onder gerenoveerd. En onlangs kocht ik een ander pand voor mijn autobedrijf.” Piet werkt veel aan oldtimers. “Zelf heb ik onder meer een Cadillac (een pick-up truck), en een Buick uit 1973. Dat is zo’n Batmanauto. Ik ga iedere eerste zaterdag van de maand naar de bijeenkomst van een Amerikaanse autoclub in Den Haag. Dan staan er zo’n vijftienhonderd van die Amerikaanse oldtimers*.”

Invloed op de kinderen

“Ik vind het rot dat mijn zoons zo’n ervaring hebben gehad. Ze hebben maanden aan mijn bed gestaan. Ook hoorden ze in eerste instantie dat ik het mis­schien niet zou halen.” Piet is milder geworden, zegt hij. “Als vader zeg je niet gauw tegen je kinderen: ‘Jongens, ik hou van jullie.’ Het is fijn als je dat naar elkaar uit kan spreken.” Ook gaf hij op verzoek van zijn kinderen zijn vroegere hobby, motorracen, op. “Als ik nu val, dan is dat erger. Mijn huid is dunner en ik ben wat voorzichtiger. Vroeger dacht ik nergens bij na. Maar ik wil het niet nog eens laten gebeuren, dat zij aan mijn bed moeten staan. Bovendien word ik in september voor het eerst opa, dat vind ik helemaal geweldig. Ik ben stapelgek met kleine kinderen.”

Lotgenotencontact

Op de brandwondenpoli leerde Piet een oudere dame kennen. Hij belt haar regelmatig, en gaat langs als ze het moeilijker heeft. “Ik vind het fijn als ik iemand kan helpen. Een poosje geleden zat er op de poli een meisje met een coltruitje aan, terwijl het lekker weer was. Ze zei: ‘Ik ben op de borst en buik verbrand. En daar willen ze huid naartoe gaan transplanteren, maar daar is weinig over te vinden’. Ik vertelde dat bij mij de huid van de buik was afgehaald. Ze vroeg: ‘Mag ik vragen hoe dat gaat?’ Ik zei: ‘Nou dat mag je wel even zien.’ Dus ik deed mijn shirt omhoog en dat meisje klaarde helemaal op.”

Je moet erover praten

Aan lotgenotenbijeenkomsten heeft hij niet zoveel. “Ik ben een keer naar zo’n weekend geweest. Op zich wel gezellig, maar je moet het niet je leven laten beheersen. Je bent een slachtoffer geworden, maar niet als slachtoffer geboren. Je moet de plek in je leven weer opeisen, daar moet je aan werken. Ook is het belangrijk erover te praten en het te accepteren. Als mensen vragen wat er gebeurd is, dan leg ik dat gewoon uit.”

Wat hij mensen wil meegeven? “Tijd heelt alle wonden. De artsen kunnen erg veel: als ik bekijk hoe ik er nu uit zie, en hoe ik er uitzag toen het pas gebeurd was, dan is het verschil gigantisch. Sommige mensen hebben niet eens meer in de gaten dat ik brandwonden heb. Ik zeg niet dat het pijnloos is, maar de dokters hebben het weer leefbaar gemaakt. Ook voor mezelf.”
• Door Susan Schutjes

css=”.vc_custom_1588059704225{padding-top: 45px !important;padding-right: 45px !important;padding-bottom: 45px !important;padding-left: 45px !important;background-color: #2d487a !important;border-radius: 10px !important;}”]

Vraagteken

Consetetur sed diam
Lorem ipsum dolor si amet?

Lorem ipsum dolor sit amet, consetetur sadipscing elitr, sed diam nonumy eirmod tempor invidunt ut labore et dolore magna aliquyam erat, sed diam voluptua.

Naar pagina [/vc_column_inner][/vc_row_inner]