Daar sta je dan met je knetterrode kop en je drukkleding

Categorie: Ervaringsverhaal

Jack vertelt voor het eerst in 16 jaar zijn verhaal. Voorjaar 2001. Jack verbouwt zijn huis, een oude boerderij. Het riet van de dakisolatie gooit hij op een hoop om te verbranden. Bij het aansteken van het riet morst benzine op zijn kleren. Plotseling waait het brandende riet alle kanten op. Jack probeert het riet…

Jack vertelt voor het eerst in 16 jaar zijn verhaal.

Voorjaar 2001. Jack verbouwt zijn huis, een oude boerderij. Het riet van de dakisolatie gooit hij op een hoop om te verbranden. Bij het aansteken van het riet morst benzine op zijn kleren. Plotseling waait het brandende riet alle kanten op. Jack probeert het riet bijeen te harken, maar staat te dicht bij het vuur. “En het was wham!” “In paniek ging ik rollen”, vervolgt Jack. “Ik wist dat je daarmee vlammen kunt doven, maar dat lukte mij niet. Ik kon niet meer normaal ademhalen.” Toch weet hij over twee hekken te klimmen en in een kolk te springen. Daarna gaat hij over dezelfde hekken terug naar huis. “Ik ben onder de douche gaan staan en heb mijn vrouw geroepen. Niet lang daarna lag ik in de ambulance op weg naar het ziekenhuis in Zwolle. Omdat ik voor zo’n twintig procent verbrand bleek te zijn ben ik ’s avonds laat nog naar het brandwondencentrum in Groningen gebracht.”

Uit verveling alle stipjes geteld

“Dan lig je in Groningen en begint het. Ze smeerden mij in met flammazine. De volgende ochtend volgden longtesten. Drie weken later werd ik geopereerd. Mijn hele bovenbeen werd kaal gemaakt voor huidtransplantatie. Na zo’n 4,5 week alleen op een kamer werd ik gek van verveling. Ik had alle stipjes op het plafond geteld. Toen was er nog beperkt internet en je verveelt je dan gauw hoor, want tussen de oren was er niets mis.” Wel mis was het met Jack’s conditie. “Als ik twee stappen had gezet was ik total loss. De laatste week vroeg ik daarom een hometrainer om aan mijn conditie te kunnen werken.

Ik heb in die week ontzettend lopen zaniken om weg te mogen. Ik vond: ik kan mijn tanden poetsen, dus ik kan nu wel naar huis.” Achteraf denkt hij dat dat te vroeg is geweest. “Want toen ik thuis was kreeg ik een streptokokkeninfectie. Je zag zowat per uur gaten vallen in alles wat getransplanteerd was. Dus toen kon ik alsnog om de dag naar Groningen. Dat heeft een paar weken geduurd.”

Fanatiek sporten om te revalideren

Thuis begint het revalideren. Jack gaat er voortvarend mee aan de slag. “Ik kon mijn armen niet goed optillen en kocht een kano om de armbewegingen te trainen. In het Zwartewater tegenover ons huis ging ik elke dag een uur kanoën. Ook ging ik als een malloot fietsen, ik zwaaide dan steeds met mijn armen om de schouders te rekken. Toen ik een week of drie thuis was ben ik gaan zwemmen. Dat was doodeng, niet omdat mensen mij aankeken – ik was nogal paars en aubergine – maar omdat ik bang was dat mensen tegen mij aan zouden zwemmen. Mijn buurvrouw is toen gaan praten met mensen van het zwembad die ze kende. Daarna kon ik rond sluitingstijd in alle rust mijn baantjes trekken. Ik heb het meeste last gehad van mijn been, met staan en lopen kwam daar spanning op. Dat is helemaal over. Ik fiets zelfs elke week een paar honderd kilometer.”

Al met al is Jack ongeveer drie maanden thuis geweest. Daarna ging hij weer fulltime aan het werk als docent elektrotechniek.

“Daar sta je dan met een knetterrode kop en drukkleding. De eerste week zei ik tegen de leerlingen: ‘jongens, jullie mogen een week lang alle geintjes maken die je wilt. Daarna heb ik ze vast allemaal gehoord en moet het over zijn’. Ik heb eigenlijk nooit van iemand ook maar één opmerking gehad. Dus dat ging goed.”

Geen zorgen

Een brandwondenongeval zet je hele leven op zijn kop – en dat van je familie. “Mijn vrouw kwam om de dag naar het ziekenhuis”, licht Jack toe. “Zij zorgde ervoor dat ik steeds bezoek kreeg. Ik vond het erg dat mijn zoontje van drie jaar, inmiddels hebben we drie jongens, niet mocht komen. Ik hoefde mij gelukkig nergens zorgen om te maken, want zij had de boel thuis goed geregeld. Zij heeft gezien dat ik onder de douche stond met zo’n ballon op de borst van het vocht. Ze is ook mee geweest in de ambulance. Toch hoor ik haar er nooit meer over.” Zijn vrouw heeft hem wel eens gevraagd of hij niet benieuwd is naar hoe hij er toen uitzag.  “Aan de ene kant wel, zegt hij. “Maar ik heb nu nergens last meer van, wat schiet ik er mee op? De foto’s van de brandwonden heb ik ook niet opgevraagd. Ik zag mijzelf pas na vijf weken in de spiegel.”

Erover praten

Bij zijn ontslag uit het ziekenhuis kreeg Jack een stapeltje folders mee. Verder moest hij zichzelf maar zien te redden. Langzamerhand vond hij een weg als hij vragen of problemen had. “Ik ben ervan overtuigd dat iemand die in de ellende van een brandwondenongeval zit, bij iemand met ervaring terecht moet kunnen om erover te praten.”

In een mailtje na het interview schrijft Jack: “Gek eigenlijk dat dit de eerste keer is na 16 jaar dat ik er met iemand over praat.” Er niet over praten, het is zoals het is, niet zeuren maar aanpakken – dat is Jack ten voeten uit. Toch heeft hij zich aangemeld als lid van de werkgroep contactpersonen van de Vereniging om als ervaringsdeskundige anderen te helpen.

Door Frits Haasjes