Erwin: na anderhalf jaar begonnen de herbelevingen

Anderhalf jaar na een brandwondenongeval met wasbenzine, kreeg Erwin heftige psychische klachten. Gelukkig boden EMDR-therapie en de hulp van de Vereniging uitkomst. Nu is hij zover dat hij van rol veranderd is. Van hulpvrager is hij inmiddels hulpbieder geworden. Naast varen over de Friese meren zijn miniatuurhuisjes een grote hobby van Erwin Muusse (45). Aan…

Anderhalf jaar na een brandwondenongeval met wasbenzine, kreeg Erwin heftige psychische klachten. Gelukkig boden EMDR-therapie en de hulp van de Vereniging uitkomst. Nu is hij zover dat hij van rol veranderd is. Van hulpvrager is hij inmiddels hulpbieder geworden.

Naast varen over de Friese meren zijn miniatuurhuisjes een grote hobby van Erwin Muusse (45). Aan de hand van foto’s maakt hij die met klei en verf prachtig na. Dat vraagt veel geduld, wat je vijftien jaar geleden nooit van hem zou hebben verwacht. Volgens Greetje, zijn vrouw, was hij in het verleden en flapuit en altijd heel actief. Wat hij zei, ging hij gelijk doen. “Mijn brandwondenongeluk in 2003 heeft mij veranderd als persoon. Ik ben minder spontaan geworden”, zegt Erwin. Het is daarom misschien des te meer bijzonder dat hij sinds een jaar of drie actief lid is van het Lotgenoten Contactpersonen Team (LCT). Voor ons reden genoeg om bij hem thuis in Appelscha langs te gaan voor ‘zijn verhaal’.

Mierennest

Het begon allemaal zoals zo vaak met een huis, tuin en keukenongeluk: “Vijftien jaar geleden in het voorjaar van 2003 vond ik een mierennest in de tuin,vertelt Erwin. Ik heb toen een fles wasbenzine gepakt, benzine op het mierenspoor gegoten en aangestoken. Dat ging goed, maar toen ik daarna nog een nest zag en ook wilde behandelen ontplofte de fles. Ik heb meteen mijn hoofd in de regenton gedrukt maar merkte als snel dat mijn kleren ook brandden en sprong in de vijver. De buurvrouw heeft mij er uitgehaald en onder de douche gezet. Dat was schrikken.
De trauma-arts stuurde mij meteen door naar het brandwondencentrum in Groningen. Ik bleek voor 23 procent verbrand te zijn in mijn gezicht, linkerarm en -been. Na vier weken mocht ik naar huis om te revalideren. ‘’De eerste jaren had ik er veel last van, maar ik dacht: die brandwonden horen niet bij mij. De buitenwereld hoeft niet te weten dat ik er last van heb.” “Die eerste twee jaar ging het ook prima hoor, toen had hij voor zichzelf het idee dat ze niet bestonden”, vult Greetje aan.

Inmiddels heeft Erwin fysiek geen last meer van zijn brandwonden. “Psychisch ook niet meer’’, zegt hij, ‘‘maar dat is heel anders geweest. Na anderhalf jaar, direct nadat de drukkleding uit mocht, kwamen de herbelevingen, die ik vanaf het begin al had, veel vaker voor en ze werden erger. Dan laad je je accu niet meer op en krijg je steeds minder energie totdat het echt niet meer kan.”

Geitenwollensokken

Ik ben toen hulp gaan zoeken en ging in Zwolle naar een bijeenkomst over een project om de nazorg bij brandwonden te verbeteren. Er zat een vrouw naast me waarmee ik in gesprek raakte. Zij gaf mij een visitekaartje mee en later, toen ik het thuis bekeek, zag ik dat het Ineke Meijerink, toen voorzitter van de Vereniging van Mensen met Brandwonden, was. Ik heb haar gebeld en via haar ben ik lid geworden van de Vereniging. Bij de verwerking heb ik daarna hulp gehad. Via de vereniging kon ik de EMDR-therapie volgen en heb ik een psycholoog bezocht. Eerder toen ik nog in het ziekenhuis lag, kwam er ook een psycholoog aan mijn bed. Maar dat was veel te vroeg. Als nuchtere noordeling dacht ik toen nog: wat moet ik met zo’n geitenwollensokkenfiguur, die heb ik niet nodig. Nu weet ik wel beter.”

Erwin nam ook deel aan de gespreksgroepen van de Vereniging. Hij is zoals hij zelf zegt niet zo’n grote prater, dus dat bleek niet zijn ding. “En dan ga je een keer naar de Brandwondendag. Heel informatief en daarna ben ik mee geweest met ScarChallenge. De eerste keer in de Ardennen en daarna in Twente.”

Boost

ScarChallenge was de eerste keer een heftige belevenis voor hem. “Ik werd weer met alles geconfronteerd. Normaal dacht ik wel eens aan mijn brandwondenongeluk, maar toen bleef het al maar doormalen. Ik was met eigen auto gekomen, maar ze vonden het niet meer verantwoord dat ik zelf terug zou rijden en ben toen naar huis gebracht. Doordat ik voor die tijd al bijna niet meer sliep en daar al helemaal niet meer, ging het mis. Of mis, eigenlijk was het een eyeopener. Ik realiseerde me dat ik er nog lang niet was en nog het nodige te verwerken had. Later ben ik nog een tweede keer met ScraChallenge meegeweest. Toen was het allemaal oké en gaven de verhalen van herkenning en de erkenning mij zelfs een boost.”

Kwartje

Dankzij de steun binnen de Vereniging en zijn ervaring als ‘hulpvrager’, groeide Erwin geleidelijk naar een rol als ‘hulpbieder’. Voor Erwin is dat eigenlijk vanzelfsprekend.
“Het kwartje is nu echt omgedraaid. Eerst hielpen ze mij en nu help ik hun. Zo heb ik heb onlangs nog meegewerkt aan de documentaire ‘Gebrandmerkt’*, een afstudeeropdracht van twee studenten van de school voor journalistiek. En een paar jaar geleden alweer stak ik mijn hand op tijdens de ledenvergadering in Utrecht en werd zo lid van het Lotgenoten Contact Team (LCT) . Als er hulp nodig is, schakelen ze ons in, zowel bij activiteiten als bij kennismaking van nieuwe leden. Ik ben al verschillende keren actief geweest. Pas geleden nog bij het schaatsevenement. En bij het jubileumfeest en een paar keer tijdens de Brandwondendag. Door de gesprekken met nieuwe leden weet je echt waar je het voor doet.”

Door Frits Haasjes

 

TWEE ‘CITATEN’ UIT DE FILM GEBRANDMERKT
Greetje: “Onze wens was altijd om later als we oud zijn een boot te kopen van tien meter. Dan zouden we alles hebben wat we wilden. Op een gegeven moment, toen Erwin zelf weer wat beter werd, toen dachten we: we doen het niet later als we oud zijn, maar op dit moment. Nu kunnen we er van genieten. We leven nu!‘’ Erwin: “Heel veel rust geeft dat varen en ja dat water, hè. Dat heeft mijn leven gered. Hier vind ik weer levenslust terug. Door de vogels, door de boot”.