Ik voelde me ongelooflijk eenzaam

Categorie: Ervaringsverhaal

In een fractie van een seconde stond het leven van Ginger en haar kinderen volledig op
z’n kop. Haar zoontje Dean, toen 22 maanden, trok een kom gloeiendhete soep over zich
heen. ‘Het is niet te bevatten wat er dan door je heen gaat.’

De pas bevallen Ginger was voor het eerst alleen thuis met haar tien dagen oude dochtertje Jazz. Zoon Dean was bij de oppas, toen het misging. ‘De soep stond op het aanrecht naast een bakje met aardbeien. Dean was gek op aardbeien en wilde het bakje pakken, maar greep per ongeluk de soep. Het eerste wat ik dacht was: is het fataal? En toen: zit het in zijn gezicht?’

Het was het begin van een zware periode voor Dean, maar ook voor Ginger als alleenstaande moeder. ‘Dean werd naar het UMCU gebracht, maar ik kon niet auto­rijden, omdat ik net een keizersnede had gehad. Ik werd opgehaald en naar het ziekenhuis gebracht. Toen ik hem daar zag liggen, was hij al in slaap door de toegediende medicatie.’

Al snel blijkt dat Dean voor 11% verbrand is, en dat een opname in het brandwondencentrum noodzakelijk is. Hij wordt opgenomen in het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam. ‘Een verschrikkelijke periode’, blikt Ginger terug. ‘Het was onmogelijk om de geadviseerde rust na een keizersnede te pakken, want ik moest er zijn voor Dean én voor mijn pasgeboren dochter. Ik kreeg gelukkig een kamer in het ziekenhuis, waar ik met Jazz mocht slapen. Het continu op twee plek­ken moeten zijn, was niet te doen. Ik voelde me in die periode ongelooflijk eenzaam.’ Het eerste wat ik dacht was, is het fataal?  En toen: zit het in zijn gezicht?’

Verbandwissel
De dagelijkse verbandwissels waren voor Dean en voor Ginger een moeilijke opgave. Ondanks de goede zorg van verpleegkundigen, de peda­goog en de anesthesist bleef het een pijnlijk gebeuren. ‘De wonden waren nog vochtig, waardoor het verband vast ging kleven’, vertelt Ginger. ‘Dat moest losgeweekt worden met water. Maar het lostrekken van het verband bleef helaas ontzettend pijnlijk. Als moeder zat ik in een onmogelijke positie. Dean zat bij mij op schoot tijdens de verbandwissels. Ik wilde hem troosten. Tegelijkertijd moest ik hem in bedwang houden, zodat hij niet aan de wonden of het verband zou komen. Op dat moment wilde ik het liefst wegrennen en in een veilig coconnetje kruipen met mijn gezin.’

Elf dagen brengt Dean door in het brandwondencentrum. Voor Ginger was het al duidelijk dat ze zo snel mogelijk naar huis wilde met haar gezin. Ze leert hoe de wonden van Dean verzorgd moeten worden, zodat ze het thuis zelf kan doen. ‘Thuis kon ik daar uitgebreid de tijd voor nemen als dat nodig was. We zaten soms wel twee uur met hem in bad te spelen, zodat het verband goed los kon weken voor ik het eraf haalde. Twee keer per week gingen we naar Rotterdam om zijn wonden te laten controleren.’

Dreumes
Als dreumes van 22 maanden kon Dean nog niet goed praten. Hij kon dus ook niet aangeven waar hij last van had, waar het jeukte of wat hij wél wilde eten. ‘Dean heeft het ontzettend dapper gedaan en hij bleef vrolijk, ondanks de pijn. Maar ik weet zeker dat het voor hem zo veel beter was geweest als hij zich had kunnen uiten.’
Al snel na de opname in het brandwondencentrum kwamen de nachtangsten. Dean werd soms wel zes keer per nacht gillend ‘wakker’, waarbij Ginger de grootste moeite had om hem weer te kalmeren. ‘Dan moest ik er ook nog een paar keer uit voor Jazz. Die periode heeft mij bijna gebroken.’Zowel Dean als Ginger hebben EMDR-therapie gekregen om hun trauma’s te verwerken. En daarmee kwam de nachtrust uiteindelijk weer terug.

Littekens
Wat nu overblijft zijn de littekens op de borst en boven­arm van Dean. Maanden na het ongeluk bleek dat Dean last had van hypertrofie. Zijn littekens blijven ‘actief’, waardoor ze dik worden, blijven jeuken en gaan trekken. Inmiddels heeft Dean al vijf operaties achter de rug om deze symptomen te verminderen.
‘We zijn bij plastisch chirurg Paul van Zuijlen in Bever­wijk terechtgekomen’, vertelt Ginger. ‘Met vet-injecties, lasertherapie en cryotherapie helpt Paul nu de littekens van Dean te verbeteren. Dean kan goed opschieten met Paul. Als hij last heeft van zijn littekens zegt hij: ‘Mama, ik denk dat we Paul even moeten bellen’.
Hij vindt het niet vervelend om geopereerd te worden. Hij vindt het juist leuk om in de speelkamer te mogen spelen en op een fietsje door de gang van het ziekenhuis te racen.’

Naarmate hij groeit, zal Dean waarschijnlijk nog meerdere operaties nodig hebben om ‘groeiruimte’ te ma­ken. Gelukkig kan Dean goed omgaan met zijn littekens. ‘Meteen na het ongeluk heb ik Dean iedere dag voor de spiegel gezet’, vertelt Ginger. ‘Ik vertelde hem: ‘Dit ben jij nu en je bent mooi.’ Ik denk dat dat geholpen heeft bij het accepteren van zijn littekens.’

Kracht
Jaren na het ongeluk heeft Ginger het trauma van het ongeluk om kunnen zetten in kracht. Als wiskundige haalde ze tijdens het herstel van Dean haar mastertitel. Inmiddels heeft ze een baan als brandwondenonderzoe­ker en zet ze haar wetenschappelijke kennis en haar ervaringskennis in om de brandwondenzorg te verbeteren. Als ze nu in het brandwondencentrum komt is dat meestal voor het werk. Dat voelt een stuk beter.

• Door Nicky Jansen