Voor dit bijzondere interview reisde ik af naar het zonnige Best, waar ik met open armen werd ontvangen door Fleur en haar moeder Ricky.
Ricky: ‘Fleur was een nieuwsgierig meisje. Ze stond altijd tussen mijn benen als ik ontbijt maakte. Zo ook die bewuste ochtend in januari 1988. Fleur stond voor me en met het inschenken van de thee ging het mis. Kokend water stroomde over haar hoofd, gezicht en arm. Ik stond naast de kraan, dus ik ben gelijk gaan koelen met koud water. Maar omdat het winter was droeg Fleur een shirt met lange mouwen en daarover een dikke trui ook met lange mouwen. Daardoor bleef het hete water lang in haar kleren hangen en bereikte het koude water pas laat haar huid. Ik bleef maar koelen, maar destijds mocht de kleding nog niet uit.’
‘Wij woonden vlakbij de huisarts. Dus ik heb beide kids (Fleur en haar zus) in de auto gezet en ben meteen naar de huisarts gegaan. Daar kregen we voorrang. Hij heeft meteen haar kleren uitgedaan, nog extra gekoeld, brandwondenzalf op de wonden gedaan en haar verbonden. De huisarts zei: ‘Je moet nu echt naar het ziekenhuis. De wond is zo groot en het ontstekingsrisico is daardoor ook best groot.’ Maar ik vond dat Fleur beter thuis verzorgd kon worden. Daar waren geen onbekende bacteriën en in het ziekenhuis vond ik dat risico veel groter. De huisarts ging akkoord. Maar we moesten dan wel twee weken lang iedere dag naar hem toe komen om opnieuw de wonden te laten verbinden. Dat heb ik gedaan tot we gingen verhuizen. Toen hoefden we nog maar één keer in de week of zo, tot het aan de lucht mocht drogen’.
Toch naar het ziekenhuis
Daarna zijn Ricky en Fleur toch nog een keer naar het ziekenhuis in Eindhoven geweest. De chirurg heeft haar toen geopereerd, zodat ze beter kon bewegen. Het advies was elk jaar een operatie te doen in verband met haar groei en de eventuele bewegingsbeperking in haar oksel. Maar toen Ricky de dikke littekenstreng zag na die eerste operatie, besloot ze alles op alles te zetten om verdere operaties te voorkomen.
Klei, scrub en heel veel oefeningen
Daarom ging Fleur naar een huidtherapeut. Ze wilden vooral het litteken soepel houden en de streng aanpakken. Als eerste begon de behandeling met een machientje dat Fleur op haar huid moest drukken en waar een lichte stroom doorheen kwam. Daarna smeerden ze om de dag ‘s avonds Fleurs arm en oksel in met groene klei. Dit moest dan drogen en na 15 minuten mochten ze dit met warm water verwijderen. Daarna volgde een behandeling met een gele korrelige peelingcrème. Een soort scrub die ze iedere avond moest inmasseren. En ze moest ook oefeningen doen. Haar armen bewegen in een trappetje omhoog en dan haar armen horizontaal uitstrekken en rondjes draaien als een vliegtuig. De behandeling was best intensief voor moeder en dochter, maar Ricky is blij dat ze voor deze weg heeft gekozen. Ze heeft vaak moeilijke afwegingen gemaakt, maar uiteindelijk altijd gekozen voor wat – in haar ogen – het beste was voor Fleur. Ze is van mening dat juist hierdoor erger is voorkomen. Samen hebben ze veel bereikt en daardoor functioneert Fleur nu prima.
Fleur: ‘Ik heb zelf geen herinneringen meer aan het ongeluk. Toen ik jong was, heb ik er ook geen last van ervaren. Tot er in groep acht een opmerking werd gemaakt. Janine uit ‘Goede tijden, slechte tijden’ was verbrand en toen zeiden ze dat ik net als haar was. In de puberteit begon ik me pas te schamen voor m’n litteken. Ik had lange haren die ik erover liet hangen. Zwemmen deed ik met een shirt aan en ik had altijd iets aan met mouwen. En met het gala op school deed ik een bolero aan of een stola om. Ook vroeg ik me af of er nog wel jongens waren die mij leuk zouden vinden door het litteken. Mijn vader zei altijd: ‘Jongens kijken niet naar armen’. Dat heeft mij wel geholpen. En inmiddels woon ik samen met mijn kat Roosje én mijn vriend. Ooit hoop ik nog te trouwen in zo’n prachtige jurk.’
Een nieuwe wereld die opengaat
Tijdens de coronaperiode deed Fleur een gift aan de Brandwonden Stichting. Zij ontving daarna regelmatig een nieuwsbrief waar ook lotgenotenactiviteiten in vermeld stonden. Dat maakte haar nieuwsgierig. Ze stuurde Anne Bosman (coördinator van de Vereniging) een berichtje of ze misschien als vrijwilliger kon meehelpen. Ze kreeg het advies om eerst zelf een activiteit te bezoeken. En zo meldde Fleur zich in 2023 aan voor ScarChallenge in Giethoorn. Ze had nog nooit iemand ontmoet met brandwonden en er ging een hele nieuwe wereld voor haar open. Fleur: ‘Het was echt kei-spannend, maar echt zo leuk. De herkenning die je daar vindt, de interessante gesprekken en het stellen van vragen. Zo mooi! Ik werd weer verliefd op de mensheid. Niemand oordeelt, je hoeft jezelf niet te schamen, je status doet er niet toe en iedereen is er welkom. Iedereen heeft wel iets en iedereen is zo sterk: de veerkracht, de gelaagdheid, de verbondenheid. Zo bizar, maar zo oprecht en puur.’
Praten om mijn schuldgevoel los te laten
Ook voor Ricky ging er een nieuwe wereld open, toen ze datzelfde jaar samen met Fleur de Brandwondendag bezocht. Ze kwam in contact met andere ouders. En tijdens de gespreksgroep kwamen er weer herinneringen boven. Ze vond zoveel herkenning en overeenkomsten. En op dat moment voelde Ricky pas hoe ze dat gemist had. Ricky: ‘Ik kon het daarna pas echt een plekje geven. Een ongeluk zit in een klein hoekje; het is binnen één seconde gebeurd. En je ziet geen gevaar op dat moment. Ik vond het verschrikkelijk om Fleurs wonden te zien. Op een gegeven moment kon ik het ook niet meer aan en toen is haar vader meegegaan. Want zodra Fleur een witte jas zag, raakte ze al in paniek. Maar door erover te praten met andere ouders, die hetzelfde hadden meegemaakt, kon ik mijn schuldgevoel meer en meer loslaten’. Fleur vult liefdevol aan dat zij haar moeder echt nooit iets kwalijk heeft genomen. Toen niet, en nu nog steeds niet. ‘Ik ben blij dat ze al die moeite voor mij heeft gedaan. En ik accepteer mezelf, want ik ken mezelf ook niet anders. En ik ben een wandelend waarschuwingsbord. Dankzij mijn moeder is iedereen heel scherp.’
Wat wil je een ander meegeven?
Ricky: ‘Voor ouders: Blijf vanaf het begin alert. Weeg altijd goed af wat een behandeling veroorzaakt bij je kind. Leg het lot niet zomaar in de handen van de artsen, maar behoud je eigen regie. Bekijk alles steeds opnieuw. Alleen jullie weten wat goed is voor je kind en wat niet.’
Fleur: ‘Ga naar zoveel mogelijk lotgenotenactiviteiten. Neem vooral ook iemand mee die betrokken is. Lotgenotencontact is zo belangrijk, ook al is je ongeluk lang geleden. Lotgenotencontact helpt echt altijd. Het helpt jou en jij helpt ook vaak anderen zonder dat je het in de gaten hebt; gewoon door je verhaal te delen.
• Door Jayan van den Steenhoven