Doetie, een krachtige mooie vrouw uit het ‘Hoge Noorden’, werd als klein meisje veel gepest, maar erover praten durfde ze niet. Daarom zocht ze naar een andere manier om met haar innerlijke pijn om te gaan. De spanningen en emoties die ze voelde, reageerde ze af op zichzelf. Daardoor ontwikkelde ze in haar kindertijd een dwangstoornis: ze begon op jonge leeftijd met het beschadigen van haarzelf. Niet alleen om de spanning te verlagen, maar ook omdat ze opdrachten in haar hoofd kreeg, die ze moest uitvoeren. En zo werd zelfbeschadiging haar overlevingsmechanisme.